BoomCoins

Bitcoins. Wie heeft ze verzonnen en wanneer? Wat zijn het eigenlijk? Het zegt haar zo weinig. Voor haar geestesoog verschijnt een beeld van rijen nulletjes en eentjes, rijen bits. Zwarte blokjes, beursgenoteerd. Schijnbaar kun je er dingen mee kopen. Ze fietst door het plantsoen, april. Overal staan rijen bomen pril in bloei. Rijen zwarte blokjes of rijen bloeiende bomen, zij weet het wel. Als het aan haar lag bestonden er geen bitcoins, maar BoomCoins. Ze giechelt. BoomCoins.

En wat zijn dat dan precies, BoomCoins? In gedachten neemt het aprilzonnetje haar mee: er bestaan RijmFlorijnen, waardoor je een dichterlijk Hart krijgt en alles in een ander licht ziet, alsof het steeds een beetje voorjaar is. WensDukaten, die de meest wonderlijke Dromen uit laten komen. MuziekMunten, waardoor het onmogelijk is om niet te zingen, hoe hard je ook je best doet. Hoe doen die wonderlijke groene Reuzen dat toch? De wereld zo spelenderwijs betoveren met hun natuurlijke schoonheid?

Voor haar geestesoog ziet ze nu een goudomrand blad naar beneden dwarrelen op het ritme van de aprilbries die haar meevoert, een MuziekMunt die landt in het mandje van een jonge vrouw op de fiets. Terwijl haar hondje begint te blaffen, zingt zij spontaan het liedje dat al de hele ochtend in haar hoofd sluimert "♫Laat me, laat me m'n eigen gang maar gaan. Laat me, laat me, ik heb het altijd zo gedaan♪".

En kijk, daar verderop, een meisje aan de hand van haar opa die zich voorover buigt om haar iets te laten zien: op de grond gewaaide bloesem van de prunussen die hen omringen: WensDukaten. "Weet je wat ik het allerliefst zou willen, opa?", zegt het meisje plotseling tegen de oude man "Dat jij weer goed kan lopen en dat we hier elke dag samen gaan wandelen". Haar opa lacht "Dat is een mooie wens."

Boomcoins die de wereld verwonderen. One leaf at a time. Stel je eens voor, overal op straat lopen dichters in spé, klinkt gezang en zijn mensen gelukkig, omdat hun kleine en grote wensen ineens uitkomen. Ze zuigt een dikke teug april in en plukt een verdwaalde RijmFlorijn uit haar haar. Wat heerlijk dat het weer Lente is.

& Einde &