Middernacht in Groningen
Wanneer de avond valt
Over pleinen, parken, perken
De nacht langzaam daalt
Over alle stadse kerken
Verstilt mijn stad, mijn mooie stad
Wanneer de sterren staan
Hoog in de wonderlijke lucht
En met de zilverwitte maan
Betoveren in zachte zucht
Dan geeuwt mijn stad, mijn mooie stad
Wanneer ze wil gaan slapen
En morgen weer ontwaken
Van ome Loeks tot oude grijze en plantsoen
De nacht haar wonderen laat doen
Dan zoemt mijn stad, mijn mooie stad
Wanneer de lichtjes stralen
Aanblik van 't Hoge der A bepalen
Wanneer de markten stil zijn en tevree
De duiven zijn gaan slapen, in het nachtelijke ritme mee
Dan droomt mijn stad, mijn mooie stad